Het eigendomsvoorbehoud 2.0

Is de professionele verkoper beter beschermd tegen wanbetaling?

Iedere professionele verkoper of aannemer wordt vroeg of laat wel eens geconfronteerd met het faillissement van een klant. Aangezien de kans om in dergelijke situaties nog enige betaling te bekomen meestal verwaarloosbaar is, minstens men vaak jaren dient te wachten om dan slechts een fractie van de openstaande factuur uitbetaald te krijgen, is het voor de ondernemer – verkoper zeer belangrijk om preventief de juiste maatregelen te nemen.

Het ‘eigendomsvoorbehoud’ kan bijvoorbeeld in dergelijke situaties een oplossing bieden:

  • Bij een klassieke koop-verkoop wordt de koper eigenaar zodra partijen akkoord zijn over het voorwerp van de verkoop en de prijs, zelfs als er nog geen eurocent werd betaald. Als de koper dan failliet gaat nadat de goederen reeds werden geleverd, kan de verkoper deze niet meer terugvorderen;
  • Wanneer de verkoper echter voorafgaand aan de levering, in de verkoopovereenkomst of in zijn verkoopsvoorwaarden (en dus schriftelijk) heeft voorzien “dat de verkoper eigenaar blijft tot de volledige koopprijs werd betaald” (en dus een “eigendomsvoorbehoud” heeft voorzien), dan blijft hij ook effectief eigenaar, en kan hij wel van de curator eisen dat deze hetzij de koopwaar teruggeeft, dan wel alsnog de prijs betaalt.

Indien de koper inmiddels de goederen zelf reeds zou hebben verkocht, doch de prijs hiervoor nog niet werd betaald, dan ben je als verkoper bevoorrecht op de prijs die nog moet worden betaald.

Als de verkoper daarenboven zijn eigendomsvoorbehoud ook laat registreren in het Pandregister, dan kan hij zelfs zijn aanspraken blijven behouden als het verkochte goed is geïncorporeerd (dit wil zeggen: verwerkt) in een onroerend goed, zoals bijv. een airco-installatie.

Heel belangrijk in dit verhaal is de timing. De verkoper dient immers zeer snel aan de curator te melden dat hij zijn goederen terugvordert, nl. vóór de datum waarop de curator het eerste Proces-Verbaal van verificatie van schuldvorderingen dient neer te leggen. Deze datum staat vermeld in het faillissementsvonnis, en situeert zich maximaal 2 maanden na de datum van de faling.