
31 maart 2020 Tijdelijke werkloosheid: aanvullende werkloosheidsvergoeding & mogelijkheid bijpassing
Werknemers die tijdelijk werkloos gesteld worden, ontvangen ten gevolge van de maatregelen die werden genomen n.a.v. de coronacrisis een werkloosheidsuitkering ten belope van 70% (i.p.v. 65%) op hun gemiddeld loon (evenwel geplafonneerd op 2.754,76 EUR).
De RVA betaalt nog een aanvullende werkloosheidsvergoeding van 5,63 EUR per effectieve werkloosheidsdag.
Zowel op de werkloosheidsuitkering als op de aanvullende werkloosheidsvergoeding is een bedrijfsvoorheffing van 26,75% verschuldigd (geen socialezekerheidsbijdragen).
Sommige sectorale cao’s voorzien daar bovenop nog een verplichte bijkomende aanvullende werkloosheidsvergoeding ten laste van de werkgever of het sectoraal fonds.
Als werkgever kan en mag u hier bovenop nog een bijpassing op het nettoloon betalen mits aan de volgende voorwaarden is voldaan:
- de werknemer mag er netto niet meer aan overhouden dan voor hij tijdelijk werkloos werd gesteld;
- het bedrag van de bijpassing mag niet hoger liggen dan de werkloosheidsuitkering zelf.
Indien aan de voormelde voorwaarden is voldaan, is deze bijpassing bij het nettoloon niet onderworpen aan socialezekerheidsbijdragen (noch in hoofde van de werknemer, noch van de werkgever), maar enkel aan bedrijfsvoorheffing (26,75%).
Is niet aan de voormelde voorwaarden voldaan, dan zal de bijpassing beschouwd worden als loon en zullen er op het bedrag niet alleen socialezekerheidsbijdragen verschuldigd zijn, maar verliest de werknemer tevens zijn recht op werkloosheidsuitkeringen.