
30 januari 2020 Tussen gescheiden ouders ontstaan er tal van discussies, vaak omtrent de buitengewone kosten voor de kinderen. De wetgever is hieraan tegemoet gekomen door het opstellen van een indicatieve lijst.
Elke ouder heeft ten opzichte van het kind een onderhoudsplicht. Dit betekent dat de ouders moeten bijdragen in de kosten voor de huisvestiging, het levensonderhoud, de gezondheid, het toezicht, de opvoeding, de opleiding en de ontplooiing van hun kinderen. De onderhoudsverplichting geldt niet enkel voor de minderjarige kinderen, maar loopt verder door na hun meerderjarigheid tot het kind zijn opleiding heeft voltooid en in zijn eigen onderhoud kan voorzien.
Welke kosten worden gedeeld?
De kosten omvatten de gewone kosten en de buitengewone kosten.
De gewone kosten zijn alle gebruikelijke kosten die verbonden zijn aan het dagelijks onderhoud van het kind. Deze zijn in de meeste gevallen zodanig vanzelfsprekend, dat ze voor weinig discussie tussen de ouders zorgen.
De buitengewone onderhoudskosten zijn uitgaven die in verband staan met uitzonderlijke, noodzakelijke of onvoorzienbare omstandigheden. Deze kosten kunnen de gebruikelijk kostenraming gemakkelijk overschrijden, wat vaak aanleiding geeft tot tal van discussies. De buitengewone kosten werden door de wet vaag omschreven, zodat dit geen oplossing bood aan de ouders. De wetgever heeft deze leemte willen opvullen door een indicatieve lijst van alle buitengewone kosten op te stellen.
De lijst bevat medische kosten, zoals heelkundige ingrepen en paramedische kosten waaronder orthodontie, logopedie, kinesitherapie, voor zover deze zijn voorgeschreven door een bevoegde arts of instantie en na aftrek van de tussenkomst van het ziekenfonds of een andere aanvullende verzekering. De jaarlijkse premie van de hospitalisatieverzekering valt ook onder deze categorie. Geneesmiddelen zonder een doktersvoorschrift horen hier niet thuis.
Vervolgens houdt de lijst kosten met betrekking tot de schoolse opleiding in, zoals meerdaagse schoolactiviteiten, studiemateriaal, inschrijvingsgeld, de aankoop van een laptop, bijlessen, huur van een studentenkamer en buitenlandse studieprogramma’s. De verdeling van voornoemde kosten gebeurt na aftrek van eventuele studietoelagen of andere studiebeurzen.
Tot slot bevat de lijst ook alle kosten verbonden aan de ontwikkeling van de persoonlijkheid en de ontplooiing van het kind, zoals de kinderopvang, lidgeld en basisbehoeften van culturele, sportieve of artistieke activiteiten. Bovendien wordt ook het inschrijvings- en examengeld voor de rijopleiding expliciet opgenomen.
De indicatieve lijst is van aanvullend recht, zodat zowel ouders als de rechter hiervan kunnen afwijken. Ouders kunnen op deze manier onderling overeenkomen om andere kosten op te nemen. Zo kunnen bijvoorbeeld kapperskosten als een buitengewone kost worden opgenomen.
Ouders zijn vrij om de lijst al dan niet te volgen. Wel moeten zij in ieder geval voorafgaand overleg plegen en een akkoord bereiken, zowel wat de opportuniteit als wat de hoogte van de uitgave betreft. Wanneer de ene ouder aan de andere ouder een overzicht van uitgaven ter goedkeuring bezorgt én een antwoord uitblijft, dan wordt de andere ouder geacht akkoord te zijn.
Indien de lijst niet wordt gevolgd, kunnen de voormelde uitgaven ingeval van hoogdringendheid of noodzakelijkheid toch als een buitengewone kost worden aangenomen. Blijven er discussies omtrent de onderhoudsregeling bestaan, dan kunnen de ouders naar de rechtbank gaan. De rechter kan dan de indicatieve lijst ambtshalve opleggen of van de lijst afwijken.
Heeft de verblijfsregeling impact op de verdeling van de kosten?
De verblijfsregeling van de kinderen (een week-weekregeling, week-weekend regeling ….) heeft een invloed op de onderhoudsregeling. In de periode waar de kinderen bij de ene ouder verblijven, draagt deze ouder in natura bij voor de kinderen wat de gewone kosten betreft zoals voeding, huisvesting, nutsvoorziening, …. Indien de ene ouder verhoudingsgewijs meer middelen heeft dan de andere, zal het alimentatiegeld ervoor zorgen dat dit evenwicht wordt hersteld.
Ook de bijdrage van elke ouder aan de buitengewone kosten wordt verrekend in verhouding tot zijn/haar inkomsten. De onderhoudsregeling wordt voor elk gescheiden paar op maat gemaakt. De afrekening van de buitengewone kosten wordt vervolgens in principe driemaandelijks, vergezeld met een kopie van de bewijsstukken, opgemaakt. De betaling door de andere ouder dient te gebeuren binnen de vijftien dagen na het overmaken van de afrekening.
Bovenstaande regeling geldt enkel indien beide ouders tot een akkoord komen. Het is dan aan te raden om dit effectief te doen zodat toekomstige discussies omtrent de kosten van de kinderen worden vermeden. Dit zowel in het voordeel van de ouders als van de betreffende kinderen.