
30 mei 2019 Update pandwet: procedure uitwinning bezitloos pand aangepast
Op 2 mei 2019 werd door een wijziging in de pandwet, de procedure van uitwinning van een “bezitloos” pand verduidelijkt en aangescherpt.
De bestaande pandwet voorzag dat wanneer de pandhouder wou uitwinnen, hij dit eerst per aangetekende brief moest melden aan de pandgever, waarna hij, vooraleer hij kon uitvoeren, ook nog eens minstens 10 dagen moest wachten (of 3 dagen bij snel bederfbare goederen of goederen onderhevig aan snelle waardevermindering).
Door deze verplichting bestond het risico dat een pandgever ter kwader trouw deze wachtperiode zou misbruiken om de verpande goederen alsnog snel te verkopen of te doen verdwijnen.
Daarnaast was het onder de bestaande pandwet onduidelijk of de pandhouder nog beslag kon leggen op de verpande goederen om zekerheid te bekomen omtrent de actuele samenstelling van het pand.
Met ingang van 31 mei 2019 zijn volgende wijzigingen van kracht :
De gewijzigde pandwet voorziet thans uitdrukkelijk dat de pandhouder, wanneer hij zijn intenties tot uitwinning meldt, ter zelfde tijd een gerechtsdeurwaarder beslag kan laten leggen op de verpande goederen.
Indien de pandgever zich wil verzetten tegen een uitwinning, dan kan dit enkel indien hij zich binnen een termijn van 10 dagen (of 3 dagen bij snel bederfbare goederen of goederen onderhevig aan snelle waardevermindering) tot de rechter wendt. Doet hij dit niet, dan kan een gerechtsdeurwaarder, zonder tussenkomst van een rechter, de verpande goederen in bezit nemen en is de pandgever onherroepelijk verplicht de goederen af te geven.
Opgelet : Dit laatste geldt wel enkel ten aanzien van een pandgever niet-consument. Ten aanzien van een pandgever consument blijft voor een gedwongen inbezitstelling, verkoop of toe-eigening steeds een voorafgaandelijke beslissing van een rechter vereist.
Vragen over deze materie, informatie of bijstand nodig? Neem dan contact op met een van onze specialisten: