Verplichte telewerkaangifte

Momenteel is het telethuiswerk nog steeds verplicht bij alle ondernemingen, verenigingen en diensten voor alle personeelsleden, tenzij dit onmogelijk is omwille van de aard van de functie of de continuïteit van de bedrijfsvoering, de activiteiten of de dienstverlening.

De sociale inspectiediensten zijn bevoegd voor het toezicht op de naleving van de verplichtingen inzake het telethuiswerk. Het niet naleven van deze verplichting kan gesanctioneerd worden met ofwel een strafrechtelijke boete ofwel een administratieve geldboete.

Om het toezicht op de naleving van het telethuiswerk voor de sociale inspectiediensten te vergemakkelijken, werd op zaterdag 27 maart 2021 op de portaalsite van de sociale zekerheid een online registratietool in het leven geroepen waarin werkgevers uit de private én publieke sector verplicht een maandelijkse registratie in het kader van telewerk zullen moeten doen. De inspecteurs kunnen de door de werkgever in de tool geregistreerde situatie dan eenvoudig controleren met de werkelijke situatie op de werkvloer.

De registratieverplichting geldt voor alle werkgevers, behalve voor die ondernemingen die verplicht gesloten zijn.

Enkele praktische richtlijnen:

  • Aanmelden op de registratietool gebeurt aan de hand van de e-ID, Itsme of andere technische mogelijkheden die door het toegangssysteem CSAM aangeboden worden.
  • Er moeten maandelijks twee globale cijfers meegegeven worden. Naast het totaal aantal personen dat werkzaam is in de onderneming, moet de werkgever ook nog het aantal personen aangeven die een niet-telewerkbare functie uitoefenen. Wanneer de onderneming over meerdere vestigingseenheden beschikt, dient dit per vestigingseenheid vermeld.
  • Met niet-telewerkbare functie wordt bedoeld: “elke functie die van nature ter plaatse moet uitgevoerd worden, bijvoorbeeld arbeiders, technische bedienden, onthaalpersoneel, keukenpersoneel, schoonmaakpersoneel, administratieve medewerkers die hun opdrachten niet van thuis kunnen verrichten, ambulante functies zoals inspecteurs, koeriers, thuiszorg…”. De uitzendkrachten, personeel van een andere werkgever dat structureel meewerkt in de onderneming, alsook zelfstandigen die op structurele basis aanwezig zijn moeten mee opgenomen worden in het aantal “niet-telewerkbare functies” wanneer zij een dergelijke functie uitoefenen.
  • Onder het totaal aantal werknemers wordt begrepen:
    • Alle personen verbonden met een arbeidsovereenkomst, leerovereenkomst, raamovereenkomst flexi-jobs;
    • Langdurig zieken en personen in tijdskrediet worden meegeteld, evenals medewerkers met een ambulante functie;
    • Uitzendkrachten, onderaannemers, gedetacheerden, bewakingspersoneel, … indien de werkgever hiervan op structurele wijze gebruik maakt;
    • Personen die op zelfstandige basis structureel aan het werk zijn (consultants, vennoten, …).

Wanneer moet de aangifte gebeuren?

De aangifte heeft betrekking op het aantal werknemers op de eerste werkdag van de maand en dient uiterlijk op de zesde kalenderdag van de maand ingediend te zijn:

  • de situatie op de 1ste werkdag van april 2021 dient uiterlijk op dinsdag 6 april 2021 aangegeven te worden;
  • de situatie op de 1ste werkdag van mei 2021 dient uiterlijk op 6 mei 2021 aangegeven te worden;
  • de situatie op de 1ste werkdag van juni 2021 dient uiterlijk op 6 juni 2021 aangegeven te worden.

De sociale inspectiediensten zullen deze data als referentiepunt hanteren wanneer zij het naleven van het telewerk controleren. Wie een telewerkbare functie vervult, maar toch in het bedrijf aanwezig is, zal zijn of haar aanwezigheid moeten kunnen verantwoorden.