
23 oktober 2020 Waarom een due diligence onderzoek bij een overname een noodzaak is …
Bij de overname van (aandelen van) een vennootschap rust een onderzoeksplicht op de koper. Men mag er niet van uitgaan dat de verkoper uit eigen beweging volledige informatie zal verschaffen over de vennootschap.
De overname van een vennootschap wordt vaak ervaren als een sprong in het duister. Zonder bijkomend onderzoek en voldoende kennis van de onderneming riskeer je als koper effectief een kat in een zak te kopen. Een vennootschap is immers niet “fysiek waarneembaar”, ze blijft een juridische fictie.
In een gemeenrechtelijke koop rust een onderzoeksplicht op de koper en een informatieplicht op de verkoper. Maar geldt dat ook voor de verkoop van aandelen?
Om zich een beeld te kunnen vormen van de vennootschap en bijgevolg de opportuniteiten en risico’s van de investering in te schatten, zal de verkoper op vraag van een kandidaat-koper bepaalde informatie over de betrokken vennootschap verstrekken. Deze uitwisseling van informatie gaat in de praktijk bijna altijd gepaard met een bedrijfsonderzoek (het zogenaamde due diligence onderzoek).
Wil men als koper vermijden om achteraf geconfronteerd te worden met zogenaamde ‘lijken in de kast’, dan moet men zelf op onderzoek uit.
Wat betreft de informatieverplichting van de verkoper stelt de rechtspraak evenwel dat op de verkoper geen algemene verplichting rust om de koper te informeren over de vennootschap. De verkoper mag in de eerste plaats oog hebben voor zijn eigen onderhandelingspositie en mag dus de vennootschap zo goed mogelijk voorstellen om een hoge overnameprijs te bedingen….
Met andere woorden: het evenwicht tussen kopers- en verkopersverplichting (onderzoeksplicht tegenover informatieverplichting) verschuift naar de onderzoeksplicht van de koper. Zo oordeelde de rechtbank van koophandel (nu ondernemingsrechtbank) in Brussel dat “de informatieplicht geen algemene draagwijdte heeft en elke partij met de nodige zorgvuldigheid moet handelen alvorens te contracteren”. De beperkte informatieverplichting in hoofde van de verkoper leidt ertoe dat ook de remedies voor de benadeelde kopers beperkt zijn. Zo wordt een precontractuele fout wegens schending van de informatieplicht niet vaak aanvaard in de rechtspraak en kunnen kopers zich slechts in uitzonderlijke omstandigheden beroepen op wilsgebreken als dwaling of bedrog om de vernietiging van de koopovereenkomst te bekomen.
Kort samengevat: de verkoper kan afwachten, de koper moet actief op onderzoek. Komen er vragen, dan moet de verkoper daarop wel een correct antwoord geven. Doet hij dat niet, dan brengt hij zijn aansprakelijkheid in het gedrang op basis van de garanties en verklaringen die hij, in een correct opgestelde verkoopovereenkomst, zal afgeleverd hebben.
Een due diligence onderzoek door de koper is dus bijzonder belangrijk in het kader van de overname van een vennootschap. Het verdient dan ook aanbeveling om in dat geval te zorgen voor goede begeleiding.